Opbouw kasteel Arenberg

Gepubliceerd op 15 oktober 2020 om 20:30

Sinds de 12de eeuw was op deze plek aan de Dijle de burcht van de Heer van Heverlee gevestigd, legt professor De Jonge uit. “In 1446 kwam het domein in handen van de Picardische familie Croÿ en het was Willem II van Croÿ die begin zestiende eeuw een kasteel liet optrekken in baksteen en met zandstenen raamkozijnen.” 

Wanneer zijn nazaat Karel III van Croÿ in 1612 kinderloos sterft, gaat diens erfenis voor een groot deel naar de kinderen van zijn zuster Anna van Croÿ, echtgenote van Karel van Arenberg. “Zo komt het kasteel van Heverlee in handen van de familie Arenberg, die het kasteel zal bewonen tot aan de Eerste Wereldoorlog, waarna het overgaat op de Leuvense universiteit.” 

We hebben documenten gevonden die de hoofdgevel aan de Dijle precies dateren, in de periode 1517-1520. Op de expo tonen we bijvoorbeeld de reçuutjes van de dakwerker die de kenmerkende uivormige torens heeft gemaakt.

 

Maar terug naar bouwheer Willem II van Croÿ, rond 1500 een vooraanstaande figuur in de Spaanse Nederlanden, als raadsheer van Filips de Schone en opperkamerheer van keizer Karel V. “Aangezien Willem voortdurend op reis is met keizer Karel is het in de praktijk zijn echtgenote Maria Van Hamale die de bestellingen doet”, vertelt professor De Jonge. “We hebben documenten teruggevonden die de hoofdgevel aan de Dijle heel precies dateren, in de periode 1517-1520. Op de expo tonen we bijvoorbeeld de reçuutjes van de dakwerker die de kenmerkende uivormige torens heeft gemaakt.”

De bouwstijl van het kasteel, ‘up die manier van Brabant’, met grote torens met opengewerkte ramen en hoge spitsen, is erg vernieuwend en krijgt veel weerklank in het buitenland, zegt professor De Jonge. “Het zal de Spaanse koning Filips II rond 1550 inspireren tot een bouwfase a la flamenca, en wat later volgen ook de Deense koningen. Het slot Frederiksborg op het Deense eiland Seeland is eigenlijk een opgeblazen versie van het Arenbergkasteel.”

“Absoluut uniek aan dit kasteel is dat zijn zestiende-eeuwse vorm nog grotendeels herkenbaar is, ook binnenin. Het kasteel is echter nooit voltooid zoals Karel III van Croÿ rond 1600 voor ogen had. Er worden aanvankelijk slechts twee vleugels gebouwd. De westelijke vleugel zal later afbranden en in de achttiende eeuw worden heropgebouwd. De noordelijke en de oostelijke go van de opdrachtgevers, zegt professor De Jonge. “Bijvoorbeeld wanneer Willem II van Croÿ in 1521 overlijdt. Zijn weduwe sticht volgens zijn wens een Celestijnenklooster op het domein van het kasteel, waarin nu de campus­bibliotheek gehuisvest is. Het gaat om een uiterst prestigieus project, dat onder meer een familiemausoleum omvat.”

Absoluut uniek aan dit kasteel is dat zijn zestiende-eeuwse vorm nog grotendeels herkenbaar is, ook binnenin. Het kasteel is echter nooit voltooid zoals Karel III van Croÿ rond 1600 voor ogen had.

Een groot deel van de expo focust op het netwerk van residenties van Karel III van Croÿ, onderwerp van het doctoraatsonderzoek van Sanne Maekelberg: “Deze hertog van Aarschot, de laatste Croÿ die het kasteel bewoonde, was militair en staatsman in Spaanse dienst, en een bijzonder machtig man. Hij reisde heen en weer tussen zijn residenties in de Lage Landen. Op de tentoonstelling zoomen we onder meer in op zijn stadspaleis in Brussel en zijn buitenverblijf in Sint-Joost-ten-Node dat enkel diende om te feesten.” 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb